Stijloefening

Het personage loopt op straat. Beschrijf hem/haar tijdens deze activiteiten en vertel iets over de omgeving. Gebruik 150 woorden. Herschrijf daarna de woorden op twee manieren. Eerst herschrijf je het fragment in een minimalistische stijl en vervolgens in een maximalistische stijl.

De spontane variant

Guido slentert ineengedoken met zijn handen in zijn zakken door het centrum richting huis. Grondspots verlichten de bomen. De straatverlichting en de lampen die de etalages van de winkels verlichten, creëren een adembenemend schouwspel. Hij schenkt er geen aandacht aan. De daken en gevels van de gebouwen glimmen door de regen die er tegenaan slaat. Ondanks de hoosbui is het niet koud, toch voelt Guido een rilling over zijn rug glijden. Hoe kan ze nou een onderzoeksproject aannemen en hun kinderwens negeren? Hier hadden ze het uitgebreid over gehad. In september als het project afgerond is dan heb ik alle tijd voor een kleintje, hoorde hij haar weer zeggen. De boosheid die hem gisteren was overvallen, heeft plaatsgemaakt voor teleurstelling. Waarom wil ze zich steeds bewijzen? Kan hij nog een jaar wachten of staat er dan weer een nieuw project op haar te wachten?. Een straaltje water loopt in zijn nek, hij rilt, schudt zijn hoofd en kruipt nog dieper in zijn jas.

drops, rain, rain drops

De minimalistische variant

Guido slentert door het centrum richting huis. Hij heeft geen oog voor de grondspots die de bomen verlichten, de straatverlichting en de sfeervol verlichte etalages. Het is stil op staat. Het regent en over een half uur gaat de avondklok in. Hij heeft het niet kou maar toch voelt hij een rilling over zijn rug glijden. Het nieuwe onderzoeksproject van zijn vrouw, betekent dat zijn kinderwens het komende jaar nog niet uit zal komen. Volgend jaar misschien? Hij weet niet of hij nog zo lang wil wachten.

De maximalistische variant

Guido slentert ineengedoken met zijn handen in de zakken van zijn zwarte wollen jas door het centrum richting huis. De winkelstraat is een aandachttrekker van formaat geworden. Het is geen Kalverstraat, maar toch. Het verpauperde bankgebouw is na maandenlange restauratie getransformeerd in een eyecatcher. Grondspots verlichten de bomen en de straatlantaarn werpen schaduwen op de blinkende gevels van de gebouwen en de subtiel verlichte etalages suggereren balans tussen licht en schaduw. Guido schenkt er geen aandacht aan. Hoewel de regen tegen de daken van de winkels slaat en de avondklok over een half uur in gaat, merkt hij niet op dat het stil is op straat. Ondanks de regen is het niet koud, toch voelt hij een rilling over zijn rug glijden. Hoe kan Mo nu toch weer een onderzoeksproject aannemen. Hij had zich zo verheugd op gezinsuitbreiding. Ze hadden het er de laatste maanden vaak samen over gesproken en gefantaseerd. In gedachten, voelde hij het kleine wezentje al in zijn armen, telde hij de haartjes en rook hij de zoete babygeur. In september als het project afgerond is dan heb ik alle tijd voor een kleintje, had ze hem steeds vertelt. De boosheid, die hem gisteren was overvallen toen ze tijdens het avondeten had verteld dat ze een onderzoeksproject voor een jaar wilde accepteren, had plaatsgemaakt voor teleurstelling. Hoe vaak wil ze zich nog bewijzen? Kan hij nog een jaar wachten of staat er dan weer een nieuw project op haar te wachten. Een straaltje water loopt in zijn nek, hij rilt, schudt zijn hoofd en kruipt nog dieper in de kraag van zijn jas.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *